Sneeuwvlokken, ze vallen heel zacht, Ze vallen heel zacht, in het holst van de nacht Sneeuwvlokken, bedekken het land Dat langzaam maar zeker wit wordt
Kerstmorgen, ’t is stil op de straat ’t Is stil op de straat, tot een deur open gaat Kerstmorgen, de wereld is wit De sneeuwpret die kan gaan beginnen
Sneeuw, sneeuw, sneeuw, overal ligt verse sneeuw Zover je oog kan zien En veel nog bovendien
Rondrijden met papa zijn slee We glijden ermee de berg naar benee Rondrijden met papa zijn slee En we rennen en glijden en lachen
Sneeuwpoppen, er staan er wel tien Er staan er wel tien, of elluf misschien Sneeuwpoppen, ze houden de wacht Met vriend’lijke gitzwarte ogen
Sneeuwvlokken, ze vallen heel zacht, Ze vallen heel zacht in het holst van de nacht Sneeuwvlokken, bedekken het land Dat langzaam maar zeker wit wordt
Kerstmorgen, ’t is stil op de straat ’t Is stil op de straat, tot een deur open gaat Kerstmorgen, de wereld is wit De sneeuwpret die kan gaan beginnen
Sneeuw, sneeuw, sneeuw, overal ligt verse sneeuw Zover je oog kan zien En veel nog bovendien
Sneeuwballen, die vliegen in’t rond Ze vliegen in’t rond en over de grond Sneeuwballen, het hoort bij de pret Ook als je volop geraakt wordt
Glijbanen, gemaakt op de stoep Gemaakt op de stoep met een heel grote groep Glijbanen, ze zijn o zo glad Bezorgen ons veel blauwe plekken
Sneeuwvlokken, ze vallen heel zacht, Ze vallen heel zacht in het holst van de nacht Sneeuwvlokken, bedekken het land Dat langzaam maar zeker wit wordt
Kerstmorgen, ’t is stil op de straat ’t Is stil op de straat, tot een deur open gaat Kerstmorgen, de wereld is wit De sneeuwpret die kan gaan beginnen
Sneeuw, sneeuw, sneeuw, overal ligt verse sneeuw Zover je oog kan zien En veel nog bovendien
Sneeuw, sneeuw, sneeuw, overal ligt verse sneeuw Zover je oog kan zien En veel nog bovendien